De geschiedenis van het Grevenbichtse gemeentehuis begint in het gebouw van de toenmalige openbare lagere school, gelegen op de hoek van de Schoolstraat en de voormalige Kerkstraat, nu ‘Aan de Greune Paol’ geheten. Hier was tot 1916 het gemeentehuis van Grevenbicht ondergebracht.
Als gevolg van een toename van het aantal leerlingen zag de school zich in 1915 genoodzaakt om het aantal lokalen uit te breiden van 4 naar 5. De al bestaande plannen voor de bouw van een nieuw gemeentehuis kregen daardoor vaste vorm.
Omdat de gemeente zelf niet over een geschikte plaats beschikte, werden op de kop van de Houtstraat 3,47 are grond van Jan de Vries en 2,55 are van Jan Willem Palmen aangekocht. De benodigde grond, met een oppervlakte van 602 m2 werd gekocht voor 600 gulden.
In de raadsvergadering van 21 februari 1916 gunde de raad met algemene stemmen de bouw, volgens goedgekeurd plan en bestek van architect H. Bertrams uit Roermond, aan aannemersbedrijf Max Wenmakers uit Heerlen voor de prijs van 6.270 gulden. De opening van het nieuwe gemeentehuis in 1916 bracht heel wat volk op de been.
In 1946 moest het dak van het gemeentehuis worden vernieuwden men besloot toen tegelijkertijd tot het aanbrengen van een tweede verdieping. Deze verbouwing werd uitgevoerd door het plaatselijke aannemingsbedrijf Gebroeders Pernot voor een bedrag van 4.548, gulden. Architect was het Hoofd van de gemeentelijke Technische Dienst, Jac. Spee uit Born.
Tot 16 maart 1961 was de Dienst van Invoer en Accijnzen er gevestigd. In 1959 was een vrijgekomen bovengedeelte verhuurd aan de R.K. Parochiebibliotheek. Dit was slechts van korte duur.
Op 15 juli 1968 werd het gemeentehuis ontruimd en verhuisde het gemeentelijke apparaat naar het voormalige winkelpand van Harie Smeets. Nadat het oude gemeentehuis nog enkele jaren werd gebruikt als verenigingsgebouw voor de Stichting Handenarbeid, is het in 1985 overgegaan in particuliere handen.