Door Chrit Peeters.
Jacob Peekel werd in Amsterdam geboren en zijn levensverhaal kende een dramatisch einde.
Bij de Jodenberg in Grevenbicht staat een prachtig informatiebord over de geschiedenis van en over de Jodenberg. Op dit bord staat vermeld dat de laatste begrafenis in 1947 is geweest. Mijns inziens is dat niet juist. Hieronder leg ik uit waarom dit niet juist is. Mijn broer Frans en ik waren net – zoals veel kinderen uit Grevenbicht – in de Kingbeek- nabij de Jodenberg stekelbaarsjes aan het vangen, toen er zich bij de Jodenberg ongeveer twintig personen verzamelden. Wij hoorden dat er een begrafenis was van een man die uit de Maas in Grevenbicht gedregd was. Nadat ik aan mijn broer Frans in het voorjaar van 2022 die vraag stelde, zei hij tegen mij dat hij dat ging opzoeken. Enkele dagen later ontving ik bericht van mijn broer Frans, dat er inderdaad begin maart 1958 een man op de Koeweide in Grevenbicht uit de Maas was gedregd. (Zie foto krantenbericht Twentsch dagblad Tubantia 06-03-1958).

Zijn naam was J. Peekel, een textielhandelaar uit Maastricht. Vervolgens ben ik op de naam Peekel gaan zoeken. Via diverse zoekprogramma’s kwam ik erachter dat de naam Peekel vaak voorkomt als Joodse familienaam. Op de site van Joods Amsterdam stond inderdaad de naam Peekel vermeld.
Het leek mij interessant om – via de mail – contact op te nemen met de mensen die deze site beheren. (joodsamsterdam en joodsrotterdam) Een dag later ontving ik al een bericht van Rob Snijders, historicus MA (Master of Arts). Rob stuurde mij de stamboom van de familie van Jacob Peekel uit Amsterdam. Dit is ook de geboorteplaats van Jacob Peekel. Jacob werd op 4 september 1911 in Amsterdam geboren als zoon van Simon Peekel (zie foto) en Hendrina Mendels. De datum van Jacob zijn overlijden was echter niet bekend.

Jacobs ouders waren in Amsterdam op 22 november 1899 in het huwelijk getreden. Vader Simon -zie foto- werd geboren in Amsterdam op 6 mei 1876, moeder Hendrina Mendels werd geboren in Lemsterland op 29 september 1876. Beiden werden vermoord in Sobibor op 30 april 1943. Simon Peekel was in Amsterdam hulprabbijn en rabbinaal toezichthouder. Vóór de Tweede Wereldoorlog woonde het gezin Peekel op de Marcusstraat 10 in Amsterdam. In februari 1941 woonden zij op de Marcusstraat 7. Jacob Peekel had drie oudere zussen. De in Amsterdam wonende familie Peekel werd door een door de Nazi’s uitgevoerde razzia naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. Dit was een verzamelplaats voor de Joden alvorens ze naar Westerbork werden getransporteerd.
Jacobs oudste zus Rebecca werd geboren in Amsterdam op 14 juni 1901. Zij trad op 12 juni 1929 in Amsterdam in het huwelijk met Jacques Mossel, geboren op 27 november 1902 en gingen wonen in Den Haag. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren te weten: Mosché geboren in 1930, Hadassa geboren in 1931 en Sifra geboren in 1932. De hele familie werd in april 1943 op transport naar Westerbork gezet. In mei 1943 werden zij op transport naar Sobibor gezet, waar de hele familie op 28 mei in datzelfde jaar werd vermoord. Voor de familie Mossel zijn op de Pletterijstraat 56 in Den Haag, 5 struikelstenen gelegd. (zie foto hieronder)

Jacobs tweede zus, Elisabeth, werd geboren in Amsterdam op 19 mei 1903 en was op 16 april 1932 gehuwd met Levie van Straten, geboren op 21 mei 1903. Op 15 april 1933 werd hun zoon Harry geboren. Op 9 april 1943 werd het gezin opgeroepen en afgevoerd naar Westerbork, vanwaar zij op 18 mei 1943 op transport gesteld werden naar Sobibor. Zij werden direct na aankomst vermoord op 21 mei 1943.
Jacobs derde zus, Rozette, werd geboren in Amsterdam op 19 december 1907. Zij was leerling-assistente aan de Pedagogium Achisomog in Apeldoorn. Daar werd ze opgepakt door de Duitsers en op 14 september 1942 in Auschwitz vermoord.
Volgens de kaart van de Joodsche Raad werd Jacob op 7 augustus 1945 gerepatrieerd uit Frankrijk. Het leek erop dat hij gevlucht was vanuit een bezet Nederland. Hij overleefde de oorlog in de omgeving van Bordeaux. Bij zijn terugkeer woonde Jacob eerst op de Nieuwe Keizersgracht 59 in Amsterdam. Vanaf 31 oktober 1945 werd hij ingeschreven in Maastricht op de Pater Lemmensstraat 21. In december 1946 keerde hij weer terug naar Amsterdam. Bij zijn terugkeer ging hij wonen op de Muiderstraat 35-1 om vervolgens in mei 1949 op alijah (emigratie naar Israël) te gaan en zich in Haifa te vestigen. Zijn vertrek uit Nederland was niet meer dan logisch. Zijn gehele familie bleek tijdens de oorlog te zijn vermoord, waaronder dus ook zijn ouders, 3 zussen, 2 neefjes, en 2 nichtjes. Jacob moet zich ontheemd hebben gevoeld. Een nieuwe start in de jonge staat Israël zag hij, zoals velen, als “de” oplossing. Maar het duurde niet lang. Jacob keerde al na een half jaar terug naar Amsterdam en ging op de Lekstraat 80 wonen. In april 1952 keerde Jacob weer terug naar Maastricht en ging wederom op de Pater Lemmensstraat 21 wonen. Jacob werd textielhandelaar/marktkoopman.
Bij een recent bezoek aan de Pater Lemmensstraat 21 in Maastricht vertelde de huidige 82-jarige eigenaar van het huis Herman Cox mij, dat hij Jacob Peekel goed gekend heeft. Herman woonde in de vijftiger jaren slechts een paar huizen van Jacob vandaan. Hij omschreef Jacob als een heel nette, goed verzorgde man, doorgaans gekleed in kostuum. Jacob was vrijgezel en woonde toentertijd op een kamer bij de familie Woezik. Deze mensen hadden geen kinderen en stelden daarom woonruimte beschikbaar. Deze was toen erg schaars in Maastricht.
Op 5 maart 1958 werd het levenloze lichaam van Jacob Peekel, in Grevenbicht door de heer P. Didden uit de Maas -nabij de Koeweide- gedregd. Jacob was sinds half januari vermist en bleek verdronken. De precieze toedracht is nooit achterhaald, hoewel een ver familielid, mevrouw Sofer, zover bekend het enige nog levende familielid) wonend te Haifa in Israël, meldt dat in de familie gedacht werd aan zelfmoord. In juli 2022 ben ik bij August Thissen op bezoek geweest. Hij vertelde mij dat hij samen met de heer Piet Kitzen naar de Koeweide, namens de gemeente Grevenbicht was geweest om acte op te maken. Het lichaam van Jacob Peekel werd door landbouwer August Brouwers naar het lijkenhuisje van het katholieke kerkhof in Papenhoven-Grevenbicht gebracht. De Gemeente Grevenbicht had de uitvaart geregeld, de kist werd gemaakt bij timmerwerkplaats H. Hermans en het graf werd gedolven door kantonnier de heer S. v/d Zanden. Namens de gemeente Grevenbicht waren de heren Piet Kitzen en August Thissen vertegenwoordigd bij de begrafenisplechtigheid op de Jodenberg.
Op dit moment zoek ik nog steeds naar de precieze plek waar Jacob Peekel begraven is. Bij het archief de Domijnen in Sittard is helaas hierover niets meer terug te vinden. De drie getuigen die ik heb kunnen achterhalen, vertelden mij dat dominee Van der Ende de uitvaart had gedaan, omdat er in 1958 geen rabbijn in de buurt aanwezig was. Op de Joodse begraafplaats in Grevenbicht is een matseiwah (grafsteen) aanwezig die in 2022 volledig verbleekt bleek te zijn. Bij het Stenenarchief staat op een foto dat dit het graf van Leo Claessens zou zijn, en tevens een herdenkingssteen voor zijn zonen Albert en Josef Claessens, beiden geboren in Obbicht, te zijn. Albert is geboren op 22 maart 1907 en overleden op 30 april 1943. Albert woonde in Sittard op de Steenweg 67B. Jozef is geboren op 19 april 1905, woonde op de Pastoor Vonkenstraat 51 in Geleen, en is overleden op 30 november 1943. Beide broers werden met hun partners op 25 augustus 1942 op transport naar Westerbork gezet. Op 28 augustus 1942 werden zij op transport naar Auschwitz gezet. Hun partners werden daar gelijk bij aankomst vergast. Beide broers moesten in Kosel uitstappen om daarna naar diverse werkkampen te gaan, waarin ze ook zijn overleden. De precieze plaats van overlijden is niet bekend, wel de data. Voor beiden broers werd een herdenkingsbord op de grafsteen van hun vader Leo Cleassens geplaatst. Achterin in het midden met witte plaat, en rechts er naast het graf van Leo Cleassens overleden 1947.

Mooi dit verhaal. Altijd triest te weten dat er zoveel mensen zijn omgebracht door zoveel gekken.
Hoe was het mogelijk?????