Op de Joodse begraafplaats in Grevenbicht (Beeg) beter bekend als de “Juddeberg” was op 3 september jl. een bijeenkomst van vele Joodse en niet Joodse mensen. Waarom was deze bijeenkomst?
In het kader van het project Erfgoed Telt (instandhouding cultureel erfgoed joodse begraafplaatsen) waarbij het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) een subsidie ontving vanuit het Ministerie van OCMW heeft de begraafplaats in Grevenbicht beter bekend als de Juddeberg) een grondige opknapbeurt gekregen. De 12 oude grafstenen (de oudste grafsteen is uit 1868 van Mina Kronenberg) werden allemaal schoongemaakt, zodat de Hebreeuwse en de Nederlandse teksten weer goed leesbaar zijn.
De beukenhaag, waarvan 7 meter van verwijderd was (om met de steeds groter wordende grasmaaiers door te kunnen) werd hersteld door het plaatsen van een prachtig hekwerk, met een grote poort er in, zodat de grasmaaiers toegang hebben tot de begraafplaats. Een Joodse begraafplaats moet helemaal omheind zijn, er mag een poort deze hoeft niet op slot. (de nieuwe grote poort is open, die kleine aan de Essenstraat is op slot).
Eduard Huisman (consul-beheerder Joodse begraafplaatsen in Nederland) heette de vele belangstellenden van harte welkom, en bedankte iedereen voor hun aanwezigheid. Daarna gaf hij het woord aan oud-Beegtenaar Jac Lemmens, bestuurslid van de Stichting Stolpersteine Sittard-Geleen. Jac vertelde een heel mooi verhaal over de Joodse samenleving in Limburg, maar vooral ook uit Grevenbicht.
Daarna werd er een prachtig nieuw informatiebord onthuld door Coen Abram, projectleider NIK erfgoed Telt. Op dit bord staat in het kort de geschiedenis van de Joodse samenleving In Grevenbicht, maar ook dat de laatste begrafenis in 1958 was, en niet zoals op het ander informatiebord staat in 1947.
Tevens heeft Jacob Peekel, een Joodse marktkoopman uit Maastricht, die op 5 maart bij de “Koeweide uit de Maas werd gedregd, een nieuwe grafsteen gekregen, deze werd via de eerder genoemde subsidieregeling gefinancierd. Jacob werd op 6 maart 1958 begraven, de begrafenisplechtigheid werd gedaan door DS. Van den Ende omdat er toentertijd geen Rabbijn in de buurt werkzaam was. Bij deze plechtigheid waren ongeveer 20 mensen aanwezig. Er zijn nu zover bekend nog twee getuigen die bij het afscheid van Jacob Peekel in 1958 waren, waarvan er een samen met zijn vrouw bij de plechtigheid aanwezig was, helaas was de andere verhinderd.
De derde getuige August Thissen (helaas recent overleden) was samen met Piet Kitzen namens de voormalige gemeente Grevenbicht naar de “Koeweide” gegaan om acte op te maken. August wist mij te vertellen dat de grafsteen voor Jacob Peekel in Sittard bij de firma Laudy was gemaakt, dat de grafkist gemaakt was door Harrie Hermans, en dat het graf gedolven was door Sjang van der Zanden (Sjang de kanteneer). August Brouwers had Jacob Peekel op een boerenkar van de Koeweide naar het lijkenhuisje op de Katholieke begraafplaats gebracht.
Chrit Peeters kreeg op de begraafplaats door het NIK een oorkonde aangeboden, waarop stond dat er uit dank voor al zijn diensten een boom voor hem was gepland in de Negev woestijn in Israël.
Na de bijeenkomst gingen de genodigden naar het Podiumkerkje, waar ze onder genot van een kop koffie, wijntje of wat fris deden navertellen van de deze toch wel mooie bijeenkomst.
Het trieste verhaal van en over Jacob Peekel en zijn hele familie is te lezen via Google.



Wij zijn initiatiefnemer Chritt Peeters en iedereen die heeft bijgedragen tot de totstandkoming van dit stukje Joods cultureel erfgoed in Breeg veel dank verschuldigd.
Duidelijk dat samenleven iets is, dat je samen doet.
Met elkaar en voor elkaar.
In verleden, heden en toekomst.
Ongeacht je afkomst, religie, huiskleur, geaardheid of welk onderscheid dan ook.
Elk mens is uniek, maar gelijkwaardig aan zijn medemens.
Dank jullie allen.
Eduard J.P. Huisman