In de Heilig Kruisstraat, een van de oudste straten van Grevenbicht, liggen enkele goed bewaard gebleven breedgevelpanden met een grote inrijpoort naast het woonhuis. Bedoeld zijn de nummers 12, 14en 11. Nummer 9 heeft echter geen inrijpoort. Dit pand is bereikbaar via een naast het woonhuis gelegen oprit.
Een fraai voorbeeld van een Maasdalhoeve is pand nummer 34, dat lange tijd in bezit was van de familie Smeets die behoorde tot de hervormde gemeente van Grevenbicht. In het begin van de negentiende eeuw was in de schuur de school van de hervormden gevestigd. In dat schooltje werd bij Koninklijk Besluit van 12 maart 1828 ook eens in de veertien dagen een kerkdienst gehouden. De dominee van Urmond, onder wiens hoede de hervormden stonden, kwam daarvoor naar Grevenbicht. Die situatie duurt tot 1851 toen de hervormden toestemming kregen om naast de boerderij het huidige Podiumkerkje te bouwen.
Elf jaar later werd Grevenbicht een zelfstandige hervormde gemeente, die een eigen dominee mocht beroepen. In de jaren zestig verliet Theodoor Smeets de hoeve om in dezelfde straat het pand 54 te gaan bewonen, een breedgevelhoeve die nu bewoond wordt door de familie Salden. Daarvoor woonde er Bram de Koeyer, Theodoor Smeets’ schoonzoon. Het is een gaaf gebleven boerderijgebouw, waarvan het woonhuis en de schuur in elkaars verlengde aan de straatzijde liggen. De grote poort geeft toegang tot de schuur en de kleine tot het open erf dat in de volle breedte achter de hoeve ligt.